Op kilometer 6 voelde ik een steek opkomen; op kilometer 8 gutste het zweet uit al mijn poriën — maar echt veel harder dan het ooit gedaan had; op kilometer 10 was ik kleddernat van de Aquarius die ik al lopend niet in mijn flesje had kunnen houden; op kilometer 13 had ik precies vleugeltjes en op kilometer 18 liep ik met lood in de schoenen een moordende muur op.

20 kilometer van Brussel en wat begon als een impulsieve inschrijving, 2 maand geleden, werd een ware uitdaging. In het begin verzweeg ik mijn inschrijving. Ik wilde mezelf eerst klaarstomen alvorens wereldkundig te maken dat ik zou meedoen. En terecht, want toen the word out was en hoe meer mensen zeiden dat ik het zeker zou kunnen, hoe zenuwachtiger ik werd. Ja, ik had veel getraind, maar mijn trainingsperiode was te kort en te explosief geweest — omdat ik voor mijn inschrijving op mijn langst tussen de 10 en de 12 kilometer liep, nam ik in mijn wedstrijdtraining ineens te grote sprongen zonder deftig op te bouwen. Daardoor voelde ik op den duur dat mijn benen vooral moe waren en mijn lichaam eigenlijk helemaal nog niet sterk genoeg om zo’n zwaar parcours te gaan lopen. En zo werd ik ineens heel onzeker.
En toch wilde ik er niet mee kappen. De goesting om die 20 kilometer te gaan doen bleef. Drie jaar na mijn burn out wilde ik wel eens zien waar ik stond. Mijn lichaam had me indertijd in de steek gelaten en ik had het gevoel dat we nu terug op hetzelfde spoor aan het raken waren. In heel veel aspecten van mijn leven voel ik alsof ik weer de oude ben, en ik wilde zien of dat lichamelijk ook zo was.

Ik heb het dus gedaan, maar … 20 kilometer, Dames en Heren, het mag duidelijk zijn … Ik heb verdorie afgezien. En toch ben ik enorm blij met mijn prestatie; ik vond het geweldig om door Brussel te lopen en te voelen dat ik tóch wél kon blijven gaan. Hier volgt het verslag van een knaldag.
05:30u
Een half uur voor de wekker afgaat word ik wakker, en meteen klaarwakker. Race Day. Nu het zo ver is heb ik super veel zin om eraan te beginnen. Mijn oorspronkelijke doel om binnen de twee uur over de finish line te lopen heb ik doorheen mijn langere trainingen opgegeven, nu ben ik alleen nog vastberaden om de race uit te lopen, wat er ook komt.
06:30u
Ontbijt. Een moeilijke vind ik. Over wat je moet eten voor een loopwedstrijd en hoeveel wordt zo gewichtig gedaan. Terecht natuurlijk — tijdens een van mijn zwaardere trainingen ben ik kotsmisselijk geworden omdat ik sla had gegeten 2 uur voor mijn loop. Omdat ik geen geroutineerde wedstrijdloper ben en het wijzer vind om nu niet te gaan experimenteren hou ik het op mijn gewoon ontbijt – havermout en een boterham. Koffie en water, heel veel water.
07:00u
Mijn oudste dochter komt naar beneden getrippeld en verbaast zich over het grote aantal drinkbussen (3) dat ik heb klaargezet en mijn blote benen. We worden opgeschrikt door mijn jongste dochter die een aanval van Valse Kroep heeft en zich heel benauwd voelt; even zie ik mijn vertrek in het water vallen. Gelukkig neemt Manlief deskundig de touwtjes in handen zodat ik me verder kan klaarmaken.
07:45u
Ik neem afscheid van kinders en Manlief en vertrek op de fiets richting station. Blijkt daar dat ik niet de enige ben die naar Brussel trekt vandaag. In de gangen op het perron wemelt het van lopers. Fijn.

08:08u
De trein rolt het station binnen en wanneer de deuren opengaan komt een geur van bananen me. Een man uit Neerpelt komt naast me zitten. Hij is in de 50 en neemt voor de eerste keer in zijn leven, en samen met zijn dochter van in de 20, aan een wedstrijd deel. Hij eet twee bananen tussen Leuven en Brussel verbaast zich erover dat ik alleen op stap ben. Ik vind dat net zo zalig. Op die manier beleef ik het allemaal veel intenser, en op mijn ritme. De max.
Aangekomen in Brussel Centraal lijkt het alsof de wereld enkel nog bestaat uit lopers. De metro zit stampvol, bij elk station stappen er drommen mensen bij op en stijgt de spanning in de wagon.

09:15u
Aankomst aan het Jubelpark. Ook al was ik hier gisteren al om mijn rugnummer op te halen; het blijft mega-indrukwekkend om die overvolle site te betreden. Overal is het aanschuiven en ik doe er bijna een uur over om naar toilet te gaan, mijn spullen in de vestiaire (het luchtvaartmuseum) te droppen en me naar mijn startvak te begeven. Het regent de hele tijd, maar dan, bij het aanschuiven voor mijn tweede pipi-stop komt de zon er ineens door. Top, dit komt goed.

10:30u
Met een echte ‘BANG’ wordt het startschot gegeven en beginnen we te lopen. Eerst is het stop en go want ik loop samen met een massa volk in de voorlaatste wave en het is voortdurend uitkijken om niet op andermans hielen te trappen of per ongeluk elleboogstoten uit te delen. Na een tijdje valt de groep een beetje uit elkaar en komt er meer ruimte, oef.
Mijn benen gaan goed vandaag, ik kom in een soort van loopritme. We passeren het koninklijk paleis, het justitiepaleis, de Louizalaan — zalig om zo in Brussel te zijn.

In het begin zit ik constant op mijn uurwerk te kijken om mijn tempo in de gaten te houden, maar bij de tunnels raak ik ontmoedigd omdat mijn hartslag na de derde tunnel begint te pieken. Rond kilometer 6 krijg ik een dip en raak ik even in paniek omdat ik denk dat ik een steek voel aankomen — nu al? na een kwartje van mijn wedstrijd? maar gelukkig biedt de schaduw van het Terkamerenbos verkoeling en kom ik weer op adem. Vanaf dan kan ik vollenbak genieten. Ik loop niet supersnel maar heb tenminste het gevoel dat ik kan blijven gaan.
Aan kilometer 17 wordt het megaspannend want dat is de langste afstand die ik tijdens een training heb gelopen; wat hierna komt ken ik niet. Of toch wel: wat nu komt is de Tervurenlaan en die kan moordend zijn, dat weet ik wel uit vorige deelnames aan deze wedstrijd.
De Tervurenlaan stelt niet teleur — The Only Way Is Up en ik zal het gevoeld hebben. Loodzwaar en met de moed der wanhoop blijf ik lopen, strompelen, vloeken … . Gelukkig ben ik gezegend met een keikop die er niet aan dénkt om op twee kilometer van de finish line op te geven. Na wat een oneindige berg lijkt, komen we boven op Montgomery en komen mijn benen weer in een normaal ritme. Vanaf nu, hop hop in één rechte, platte, lijn naar de Finish Line.

12:31u
Ik klok af op 2uur en 1 minuut. Die ene minuut had er nog afgepitst mogen worden, maar oh my god hoe blij ben ik dat ik het gehaald heb.
Een paar meter na de aankomst hangt een jonge dame de medaille rond mijn nek en word ik volledig overmand door emoties. Ik zie hoe ik drie jaar geleden, na mijn burn out nog niet eens het einde van de straat haalde op mijn eerste wandelingetje, ik zie hoe ik twee jaar geleden nog zwoegde op mijn half-urenloopjes in het park en nu heb ik zomaar even 20km uitgelopen.

RACE DAY +1
De dagen erna zijn mijn benen stijf, maar ik voel me niet kreupel ofzo. Mijn hoofd zweeft nog altijd een beetje.
Ik wilde weten of mijn lijf, dat me met de burn out zo in de steek had gelaten, terug on track is. En dat is het. Meer nog, ik voel dat het alleen nog maar sterker kan worden … en de goesting om te lopen is er alleen maar groter op geworden. Ik ga me nu niet meteen inschrijven voor een volgende wedstrijd, maar kijk wel alweer uit naar mijn loopjes bij ons in de buurt!
Super, zo goed gedaan! En hoe mooi, die evolutie die je daar op het einde beschrijft 🙂
LikeLike
Waw! Chapeau hoor!
LikeLike