Een grensverleggend weekend

Vrijdag

Manlief en ik zetten het weekend klinkend in. Hij omdat we een goeie aankoop hebben gedaan, ik omdat we onze eigen gordiaanse knoop dan toch eindelijk hebben doorgehakt.

Die knoop van zouden we / misschien beter niet / aaargh jawel en nog dringend ook / … OK, er komt dan toch een tweede auto. Na een maandenlange bevalling van het idee alleen al, was de volgende aartsmoeilijke vraag – wàt voor een auto dan?!

En kijk, op zo’n momenten steekt mijn Alles-of-Niets-kant weer in al zijn glorie de kop op. Ik wilde een VW California Camperbus. Als dat niet kon een Fiat 500. En anders niets, nada, niente. Om een lang verhaal met veel omzwervingen kort te maken — die twee lukten niet. Respectievelijk te duur en te klein. Probleem, want voor de rest laten auto’s mij volledig en syberisch koud. Een auto is een functioneel ding wat mij en mijn kinders van A naar B moet brengen; de meeste modellen vind ik gewoon niet mooi en dat het zo slecht voor de natuur is, helpt ook al niet.

Nog meer omzwervingen dus. En om jou en mij een nog langer verhaal met enorme noodswings te besparen: na veel vijven en zessen kochten we een tweedehandse zwarte vw polo.

Klinken dus, want nadat het idee me zo lang tegen de borst heeft gestoten, zie ik nu toch ook de vrijheid blijheid van het concept in, en klink ik vooral op het feit dat we die rotte twijfelfase kunnen afsluiten.

 

Zaterdag

Terwijl op Instagram de feeërieke plaatjes binnenstromen over Tomorrowland, zit ik in mijn eigen sprookjesachtige setting – de binnenspeeltuin van Saraland. En hoewel ik wel al van Tomorrowland heb genoten (nochtans ook niet bepaald een prikkelvrije omgeving), heb ik in de 7 jaar dat ik kinders heb, nog geen voet in een binnenspeeltuin gezet. Het doembeeld van een drukke, volle, hysterische plek vol prikkels, gekrijs en veel te warm, was zo groot dat ik steevast bedankte.

Maar kijk, hier zit ik nu met mijn jongste dochter en haar logeetje en het valt eigenlijk allemaal reuzegoed mee. Saraland is groot, hoog met veel daglicht en ook een buitenspeeltuintje, dus de prikkels die hier op me afkomen, die kan ik aan. Onze kindertjes vinden het echt de max. Ze hotsen en botsen van de ene ‘attractie’ naar de andere en amuseren zich rot.

Zondag

We zitten in een mooi zaaltje met zicht op de vijvers van de Abdij van Park. Door het open raam horen we een riviertje ruisen en binnen houdt onze buurman een speech. Hij is 50 jaar getrouwd met zijn lieve vrouw en heft samen met ons, zijn buren, het glas en nodigt ons uit aan de feestdis.

Er zijn fotoboeken van toen en onze warme, echte, toffe buren van nu, en oh heerlijke avond voor zo’n heerlijke reden. Want 50 jaar … dat vind ik pas grensverleggend. Manlief en ik zijn 12 jaar getrouwd — een topprestatie vind ik zelf want we hebben onze ups en downs ook al van heel dichtbij gezien. Dus ja, ik hoop dat wij die gouden grens ook halen (wij zitten nu aan zijde, ter info). En dat we dat dan ook kunnen vieren met buren die misschien nu nog maar pas geboren zijn.

En zo …

Een weekend klinkend inzettend én ook zo afsluiten. Tussendoor dingen doen die niet spectaculair zijn, maar voor mij wel grensverleggend. Fijn.

Oh ja … Misschien nog het meest grensverleggend van al dit weekend: een peperkoekenhuisje bouwen met 2 kleuters op een regenachtige zondagochtend-vroeg 😃.