Ochtendrush op donderdag. De paaspauze ligt alweer achter ons en er worden tegen de klok boterhammen gesmeerd, kinders in tenues gehesen en eerste mails gecheckt. In tegenstelling tot zowat de halve Belgische bevolking werken Manlief en ik niet van thuis maar worden wij vriendelijk doch dringend op kantoor verwacht. Gogogo dus.
Buiten kleurt de lucht staalblauw en de bedrijvigheid daar is al even groot als hier binnen. Vogels vliegen af en aan, takken en twijgen in de snavel. Bijna mei, dat nest moet klaar.
Tussen twee slokken koffie door vraagt Manlief het me, of nee, hij smeekt bijna. Dat hij het zo fijn zou vinden als ik vandaag de dakwerker belde.
Aan alle feministen en wokies out there … not to worry … niet dat Manlief mij als secretaresse van het gezin ziet (een rol die ik overigens wel opneem, en met glans); maar het is in de voorbije maanden herhaaldelijk gebleken dat de Dakwerker waarmee wij in zee zijn vooral ingaat op mijn communicatie, en niet die van Manlief. En of dat aan mijn verleden als communicatie professional ligt, of aan mijn vrouwelijke charmes, dat laat ik nu in het midden.
Dakwerken dus. En een ethisch dilemma.
Want de vogels die af- en aanvliegen in deze lente-lucht zijn sinds een paar weken oude vertrouwden geworden: een koppel kauwen dat zich gezellig nestelt onder ons splinternieuw dak. Met mei-ei-maand in het vooruitzicht sparen ze kosten noch moeite om van hun huis een thuis te maken, en dat dan weer ten koste van ons nest. Dagenlang vond ik bij thuiskomst naast de bergen stro, gras en andere restanten van oude nesten op ons tuinpad, brokken muur en zelfs bakstenen in stukken. Niet geheel onschuldig maar gelukkig was het enkel onze bakfiets die ten dele vermorzeld werd door dat vallend geweld, en niet één van onze dochters. Voor Manlief is de maat vol. Het nest moest weg en de spleet onder het dak dicht. Kon hij het zelf, was het al lang gebeurd.
Zelf weet ik het zo niet. Morgen is het mei. Dan leggen die vogels hun ei en willen ze vooral in hun kot. En dat begrijp ik ook. God weet hoe groot mijn nestdrang was vlak voor mijn twee bevallingen. Hoe wreed om dan net nu het nest te verwijderen en die kauwen- jongen te ontwortelen? Manlief rolt met zijn ogen en drinkt in een kordate ruk zijn koffie leeg.
Ironisch trouwens hoe die nestdrang, die zin om te cocoonen van onze kauwen volledig haaks staat op de goesting van mijn eigen kuikens om uit te vliegen. Na drie weken paaspauze konden ze afgelopen maandag niet snel genoeg op school zijn. En op Buitenspeeldag eergisteren hadden ze maar één obsessie: zeker niet in ons kot blijven. Feel you, kleine piepertjes van me.
Maar goed. Ik stuur een mailtje naar de Dakwerker én ik informeer me. Kauwen, zo lees ik, leven in kolonie en hebben heel wat holen nodig om iedereen van een nest te voorzien. Eén koppel trekt de rest van de kolonie aan en zo nestelt een koppel zich in een schouw of onder dak en dat trekt de rest aan die bij de buren een plekje vinden en dan weer bij de buren van die buren enzovoort. Hm niet goed. Maar ook. Kauwen zijn een beschermde diersoort en in de broedperiode van maart tot september mag je hun nest niet verwijderen. Zozo, mijn gevoel voor ethiek was dan toch op zijn plaats.
Dus ja, wachten op september dus. Of onze kauwen ook drie keer in lockdown – we noemen het dan meipauze – plaatsen. Zodat ze diezelfde onstuitbare drang krijgen om de vleugels uit te slaan, om van Buitenspeeldag te gaan doen en zeker niet in hun kot te blijven. Het proberen waard, toch?
Mensen met andere tips mogen zich melden 🙂.